Triggerpoints

Iedereen heeft wel ergens triggerpoints in zijn of haar spieren zitten. Je hoeft van triggerpoints niet altijd bewust last te hebben. De eerste triggerpoints ontwikkel je waarschijnlijk al tijdens je geboorte.

Wat zijn triggerpoints

Triggerpoints zijn aanhoudende plaatselijke verkrampingen in een aantal spiervezels in je spieren. De triggerpoints kunnen gevoelig zijn als je er op drukt. Vaak is in de spier aan weerszijden van een triggerpoint een strakke band voelbaar. Het voelt als of er een stuk elastiek in je spier heel strak gespannen staat. Dat zijn de spiervezels die door de verkramping van de triggerpoint zeer gespannen staan. In dit YouTube filmpje zie je een korte animatie waarin uitgelegd wordt wat een triggerpoint is.


Andere benamingen voor triggerpoints zijn spierknopen, myogelosen, neuro-myo-fasciale triggerpoints of het myofasciaal pijnsyndroom. Als in een aantal spiervezels triggerpoints ontstaan dan kun je dit soms voelen als een klein hard en verdikt plekje in je spier ergens in de strakke band. Dit plekje kan de omvang van een rijstkorrel hebben, maar kan ook de grootte van een knikker of flinke stuiterbal hebben.

Wat merk je als je triggerpoints hebt

Kenmerkend voor triggerpoints is dat ze niet alleen pijn geven op de plek waar ze zitten. Vaak geven ze ook karakteristieke afgeleide pijn, gevoeligheid, motorische dysfunctie of autonome verschijnselen op heel andere plaatsen in het lichaam. Dat wordt wel het uitstralingsgebied genoemd. Triggerpoints hebben tot gevolg dat spieren hun functie niet meer goed kunnen uitvoeren. De volgende functies zijn vaak verstoord als in een spier triggerpoints ontstaan:

  1. De spieren verliezen hun kracht. Je kan bijvoorbeeld opeens een potje niet meer open draaien zonder hulpmiddelen.
  2. Spieren zullen altijd verkorten. Je mobiliteit en bewegingsmogelijkheid neemt af. Je wordt steeds stijver. Je kan bijvoorbeeld niet meer staand met gestrekte benen je tenen aantikken. Of de rotatie in je nek wordt beperkt waardoor je niet meer goed achterom kunt kijken.
  3. Je coördinatie raakt verstoord. Je laat onverwachts en schijnbaar onbegrijpelijk steeds vaker dingen uit je handen vallen. Of je krijgt evenwichtsstoornissen.
  4. Je stabiliteit neemt af. Je staat minder stevig op je benen. Bij het minste of geringste raak je uit balans en kun je omvallen of struikelen.

Voorbeelden van specifieke autonome verschijnselen die veroorzaakt kunnen worden door triggerpoints zijn hartritmestoornissen, kriebelhoest, kiespijn, misselijkheid, oorsuizen, tintelingen en gevoelloosheid.

De vijf stadia van een triggerpoint

Een triggerpoint kent verschillende stadia. Vijf stadia met een steeds toenemende last van klachten zijn:

  1. Latent (L1): Er is een strakke band voelbaar in de spier. Je hebt geen pijnklachten, maar je spieren worden wel verkort.
  2. Latent (L2): Als L1 en bij druk op de triggerpoint is deze gevoelig.
  3. Latent (L3): Als L2 en bij druk is een herkenbare pijn (van de klacht) voelbaar.
  4. Actief (A4): Als L3 maar nu is de afgeleide pijn in de loop van de dag of activiteit ook zonder druk op het triggerpoint voelbaar.
  5. Actief (A5): Als A4 maar nu is de afgeleide pijn 24 uur per dag voelbaar, ook zonder druk op het triggerpoint.

Waardoor ontstaan triggerpoints

Triggerpoints ontstaan door diverse oorzaken:

  1. Overbelasting van spieren, bijvoorbeeld veelvuldig en lang zwaar tillen. Vooral als je dat normaal niet doet. Wie kent niet het verschijnsel dat het tijdens een verhuizing of vlak daarna plotseling in je rug schiet. Je hebt dan door ongebruikelijke overbelasting triggerpoints geactiveerd.
  2. Door inactiviteit. Spieren die je niet of onvoldoende gebruikt kunnen triggerpoints ontwikkelen. Bijvoorbeeld als je je arm breekt en noodgedwongen met de arm in het gips moet.
  3. Door onbalans tussen spieren die normaal samenwerken. Stel dat je in de sportschool uitsluitend je borstspieren zou trainen. Deze verkorten en trekken je schouderbladen naar voren. Daardoor ontstaat een constante rek op je rugspieren. Vroeg of laat krijg je last van de triggerpoints in je rugspieren.
  4. Een trauma. Bij een auto-ongeval en of een eenvoudige valpartij hebben je spieren het zwaar te verduren. Onvoorbereid worden ze blootgesteld aan enorme krachten. Ze kunnen plotseling overstretcht raken. Als reactie hierop zullen er triggerpoints ontstaan.
  5. Onvolledige voeding. Een te veel aan verkeerde voedingsstoffen (suikers, verzurende voedingsmiddelen, alcohol, sigaretten, drugs, enz). En een tekort aan de juiste voedingsmiddelen (water, vitaminen en mineralen als magnesium). Ook een onbalans tussen eiwitten, vetten en koolhydraten heeft effect op het ontstaan van triggerpoints.
  6. Een verkeerde werkhouding. Spieren die continue aangespannen zijn zonder te bewegen ontwikkelen op den duur triggerpoints. Bijvoorbeeld wanneer je met opgetrokken schouders uren voor een computer zit.
  7. Onvoldoende rust. Bij een tekort aan slaap vinden herstel processen onvoldoende plaats. Het lichaam kan dan reageren met het ontstaan van triggerpoints.

Hoe kun je triggerpoints inactiveren

Triggerpoints verdwijnen nooit. Eenmaal aanwezig blijft een triggerpoint de rest van je leven aanwezig. Het goede nieuws is dat je de triggerpoints wel kunt inactiveren. Een actief triggerpoint kun je met de juiste behandeling en strategie weer terug brengen tot stadium L1. Bij een goede behandeling en strategie kan je de triggerpoint zelfs zover ontspannen dat de strakke band niet meer waarneembaar is. Je ervaart dan geen klachten meer en je spierverkorting zal verdwijnen.

Triggerpoints kunnen met manuele techniek worden behandeld

trigerpoints inactiveren

Om triggerpoints te inactiveren kun je de volgende stappen doorlopen:

  1. Breng eerst alle triggerpoints in beeld. Ze zitten vaak niet waar je de pijn voelt en als je één triggerpoint hebt gevonden dan weet je dat er altijd nog meer zijn. Dat komt omdat je onbewust de aangedane spier (de spier waarin de primaire triggerpoint zit) gaat ontzien. Daardoor ga je overige spieren anders gebruiken wat vaak resulteert in het ontstaan van secundaire triggerpoints in deze spieren. Bovendien kunnen door de afgeleidde pijn ook in dat gebied triggerpoints ontstaan. Dat noemen we de tertiaire triggerpoints. Het verwaarlozen van gevoelige triggerpoints heeft dus een steeds groter domino effect tot gevolg.
  2. Met speciale massagegrepen kun je de gevonden triggerpoints behandelen waardoor ze ontspannen. Belangrijk is daarbij de juiste druk te geven en met de juiste frequentie te behandelen. Een te enthousiaste behandeling kan de triggerpoints verder activeren waardoor je klachten verder toenemen.
  3. Als de behandeling succes heeft (en dat zal meestal het geval zijn) dan zal de triggerpoint minder actief worden. Zodra de triggerpoint in een latent stadium zit mag je de aangedane spier voorzichtig gaan rekken. Let op dat je dit niet doet wanneer je nog actieve triggerpoints hebt. Deze zullen door het rekken extra geïrriteerd raken en daardoor juist zich ontwikkelen naar een actiever stadium. Je klachten zullen dan toenemen. Rekken is dus niet in alle omstandigheden verstandig.
  4. Zorg dat je de onderhoudende factoren wegneemt. Dus als overbelasting de oorzaak is dan is het verstandig deze te verminderen. Anders zullen de triggerpoints uiteindelijk altijd weer terug komen. Vergeet niet ook je werkhouding en de wijze waarop je op een stoel of de bank zit (of hangt) eens kritisch tegen het licht te houden.
  5. Zorg voor voldoende herstelbevorderende factoren. Bijvoorbeeld voldoende nachtrust, gezonde voeding, voldoende water drinken en voldoende bewegen.

Hoe nu verder

Met triggerpointtherapie doorloop je al deze stappen. Triggerpointtherapie heeft tot doel de spieren te herstellen en hun functie terug te geven. De meest effectieve behandeling is die waarbij de therapeut en cliënt doelgericht samenwerken. Als therapeut ben ik prima in staat om de triggerpoints in kaart te brengen en de achterliggende oorzaken op te sporen. Dat vormt dan de basis voor een behandelplan met meestal wel enkele sessies. Daarbij geef ik je veel advies en instructies voor zelfbehandeling. De behandeling kun je zelf ondersteunen door alle adviezen en instructies zo goed mogelijk in te passen in jouw activiteiten. Veel klachten zijn op deze wijze in enkele weken aanzienlijk te verminderen en vaak zelfs volledig op te lossen.